Op 4 juli 1886 pleegde de socialist Johan Herman Geel een mislukte moordaanslag op de zeer gehate politiecommissaris Stork. Geel werd hardhandig opgepakt en verdween voor 8 jaar achter de tralies.
Stork had zich in de jaren 1880 ontpopt tot een echte socialistenjager. Een half jaar eerder nog had hij bevel gegeven tot het uiteen slaan van een grote socialistische vergadering. Hierbij vielen veel gewonden, waaronder een zwangere vrouw. Alle Amsterdamse socialisten haatten Stork.
Toen Geel op hem schoot, riep hij hem toe: “Zult ge ons nog langer tarten? Wij staan ook pal.” Hij claimde later Storks hoed te hebben geraakt. Of dat klopt, weten we niet. Wel weten we dat Geel werd opgepakt, ondanks pogingen van zijn kameraden om hem te de-arresteren. Geel werd ernstig mishandeld op het politiebureau. Hij werd veel en hard geslagen en van de trap gegooid. Toen hij tot acht jaar cel werd veroordeeld, begonnen zijn kameraden aan een lange campagne voor zijn vrijlating, met onder meer lawaaidemonstraties bij zijn cel. Toespraken van leden van de Sociaal-Democratische Bond werden standaard afgesloten met de eis om hem vrij te laten. Toen hij in 1892 vrij kwam, werd dat gevierd met een grote demonstratie in Amsterdam.