Op 27 april 1921 werd de dakloze alcoholist Cornelis de Gelder (bijnaam ‘Had-je-me-maar’) gekozen als volksvertegenwoordiger in de gemeenteraad van Amsterdam. Had-je-me-maar was lijsttrekker van de anarchistische Rapaille Partij, opgericht als ludieke actie tegen de stemplicht. Hij zette op punt 1 van zijn programma dat de borrels goedkoper moesten. Hij was een lokale beroemdheid: heel Amsterdam kende hem omdat hij altijd op straat te vinden was, meestal dronken.
Het stadsbestuur was hier helemaal niet blij mee. Om te voorkomen dat Had-je-me-maar in de raad zou komen, werd hij enkele dagen voor de verkiezing opgepakt voor openbare dronkenschap en veroordeeld tot celstraf en een kuur in een afkick-kliniek. Waarschijnlijk heeft de arrestatie de zwerver alleen maar populairder gemaakt: de anti-stemplicht-partij kreeg met 14.000 stemmen maar liefst twee zetels in de raad. Maar in de cel tekende Had-je-me-maar een verklaring waarin hij “vrijwillig” afstand deed van zijn zetel.
Zijn collega Bertus Zuurbier nam wel plaats in de raad, vooral om het salaris dat hij ervoor kreeg. Er wordt over hem verteld dat hij in vier jaar maar één keer zijn mond heeft opengetrokken, en dat was toen hij aan de voorzitter vroeg of het raam dicht mocht, omdat het zo tochtte. Maar dat was niet het enige, hij gebruikte zijn spreektijd ook om anarchistische ideeën te verkondigen, zoals het opheffen van de Amsterdamse gevangenis. Hij kreeg hiervoor weinig steun van zijn burgerlijke collega’s.
Bekijk hier beelden van Had-je-me-maar met muziek: https://www.youtube.com/watch?v=KWmFwDO-Cxg
En een geweldige satirische speelfilm gemaakt voor de campagne, zonder muziek: