Op 4 februari 1933 begon een muiterij op het Nederlandse marineschip ‘De Zeven Provinciën’, dat bij Indonesië lag. De muiterij werd uitgevoerd door voornamelijk Indonesische bemanning die het door Nederland ingerichte kastenstelsel volledig overboord gooide.
De aanleiding voor de muiterij was een ronde salarisverlagingen die werd ingevoerd sinds de Grote Depressie had toegeslagen. De Indonesische bemanning moest meer inleveren dan de Europese, terwijl de Indonesiërs al minder betaald kregen. Na enkele dagen van onrust op het schip besloten de Indonesiërs onder leiding van matrozen Paradja en Gosal het schip over te nemen. Hiermee maakten zij een einde aan de verdeel-en-heers politiek van de Nederlandse imperialisten. Europeanen kregen het meest betaald en de beste baantjes, maar ook binnen de Indonesische bevolking werden etnische klassen ingericht: Menadonezen kregen meer dan Ambonezen, die weer meer kregen dan Javanen.
Het schip ging op weg naar Soerabaja, om kameraden van de Indonesische matrozen te bevrijden. Ondertussen was de Nederlandse bourgeoisie in rep en roer en reageerde zoals imperialisten reageren. Premier Colijn zei onomwonden dat de muiterij onderdrukt moest worden “zoo nodig door het schip met een torpedo naar de bodem van de Oceaan te zenden”. Twee Nederlandse socialisten kregen enkele maanden celstraf voor het openbaar steunen van de muiterij.
De muiterij werd beëindigd toen vanuit een vliegtuig een bom op het schip werd gegooid, waarbij 23 doden vielen, waaronder Paradja. Het Nederlandse leger claimde dat het de bedoeling was geweest om de bom vóór het schip in water te laten vallen als waarschuwing, maar later bleek dat de piloot wel degelijk expres het schip had gebombardeerd. De overlevende muiters kregen lange gevangenisstraffen opgelegd.
Toen de VPRO in 1957 in een documentaire over Wilhelmina probeerde deze gebeurtenis op te nemen in het verhaal, werd dat direct gecensureerd door de regering. De VPRO werd door het slijk gehaald door de burgerlijke pers en was gedwongen excuses aan te bieden. De maker van de nooit afgemaakte documentaire werd twee jaar lang uitgesloten van tv-werk.
Foto: het schip De Zeven Provinciën dat werd overgenomen door de Indonesische bemanning. (Dit is niet een foto van het bombardement.)