“I mean you say you want to change the world. You’re supposed to be political, but I don’t see you do anything about it.”
– “I am political. And shut the door.”
“How are you political?”
– “I read the paper. I watch the news. I’m more political than you.”
“Oh blimey, Nicola. We can all watch the telly. You should be out there helping the old aged pensioners and going on marches or whatever.”
– “Marches are a waste of time. It’s boring.”
“If you put your money where your mouth is you should be joining one of these socialist.. what’s it groups or the nuclear disarmament whatever, but you don’t. All you do is sit here in this room, staring at the walls and tweeking and twitching.”
Dit is de ‘sweetest’ film die ik ooit heb gezien en kwam uit de meest onverwachte hoek. Geregisseerd door Mike Leigh met in de hoofdrol Alison Steadman, Jim Broadbent, Clair Skinner, Jane Horrocks en Timothy Spall. De film is gericht op een familie uit de arbeidersklasse die hun tijd doorbrengt in de zomer.
In plaats van de realiteit op een melodramatische manier te weergeven doet Life is Sweet precies het omgekeerde daarvan. Het laat ons de dagelijkse realiteit zien van een arbeidersgezin bestaande uit vier mensen tijdens de zomerperiode. Tijdens deze zomer krijgen we subtiele hints te zien van verborgen problemen en onderbuikgevoelens van het gezin dat zich ontwikkelt naar een climax. Gevoelens die ons misschien niet heel vreemd zijn.
Andy (Jim Broadbent) is een kinderlijke vader en werkt als chef in een restauraunt. Zijn vrouw Wendy (Alison Steadman) is de melige en lichtzinnige moeder en de centrale figuur in deze film. Haar joviale en levende persoonlijkheid dat zich bevindt in de dagelijkse sleur van het kapitalisme, is net een soort warme zonnestraal in een koude grot. Ze hebben een tweelingdochter, de kalme ‘tomboy’ Nathalie (Claire Skinner) die als loodgieter werkt en Nicola (Jane Horrocks) die werkloos en erg verbitterd is en zichzelf afzondert en antagonistisch is tegenover het gezin.
Life is Sweet is de enige film die ik persoonlijk ken dat vanuit zo’n simpele premisse toch enorme diepgang weet te ontwikkelen. Het houdt ons als het ware een spiegel voor om bewust te worden van de problemen die we het liefst willen vermijden of denken dat we het alleen kunnen oplossen. In een van de scenes bijvoorbeeld zit het gezin in de woonkamer en heeft een bepaalde interactie. Ik heb deze scene vijf maal opnieuw gekeken omdat het me zo fascineerde. De blikken die ze naar elkaar toe werpen en wat ze tegen elkaar zeggen was voor mij vele malen prettiger om te zien dan de chauvinist Bruce Willis die auto’s op helikopters inrijdt. De levenslessen van deze film is niet alleen goed om erover na te denken, maar elk individu in het proletariaat hoort ze in zijn of haar zakken te stoppen om deze onstabiele wereld beter te kunnen navigeren en overleven. Deze levenslessen alleen al zouden genoeg reden moeten zijn om deze film te willen zien.