Dit artikel is geschreven door een kameraad. Dit is deel 4. De opinies zijn niet per se die van Revolutionaire Eenheid.
Deel IV
Een algemene strategie tegen racisme en onderdrukking:
We zijn nu aangekomen bij het vierde deel van dit artikel en hebben langzamerhand ons begrip verder ontwikkelt over de verbinding tussen racisme en het imperialisme. Als we de strijd tegen deze onderdrukking werkelijk ten einde willen brengen zullen we ook een algemene strategie moeten formuleren die dat mogelijk maakt. Daarvoor zullen we een juiste afspiegeling moeten hebben van de bestaande klassenverhoudingen in de maatschappij waarop we onze strategie kunnen baseren. De samenleving bestaat nou eenmaal uit verschillende sociale klassen, en aan de hand van hun sociale positie en inkomsten kunnen we inschatten of ze een voorstander of tegenstander zullen zijn in de strijd tegen racisme.
Als we de sociale klassen van onze samenleving uitdrukken in een piramide dan krijgen we de volgende samenstelling: een kleine minderheid van de burgerij met een nog kleinere minderheid van het financierskapitaal aan de top; daaronder een kleine laag van arbeidersaristrocraten; daarna een vele malen grotere laag van de kleinburgerij en haar verschillende bestanddelen; dan de meerderheid van mensen behorend tot het proletariaat; en ten slotte een dunnere laag daaronder van de verworpen lompenproletariaat. Als de lezer nog onbekend is met deze termen dan raad ik aan om eerst mijn “Schets van een klassenanalyse van Nederland” te lezen waarin de skeletstructuur van de sociale klassen in NL uiteen wordt gezet.
Alle werkende mensen en nationaal onderdrukten hebben een gezamenlijke vijand, het financierskapitaal, de rest van de burgerij en de arbeidersaristocratie die aan haar zijde staan. Het financierskapitaal zijn de aandeelhouders van de grootste banken en monopolistische bedrijven die miljarden aan vermogen tot hun beschikking hebben. Ze verkrijgt dit welvaart door een massa werkende mensen in eigen land en buitenland uit te buiten, door gehele naties meedogenloos te onderdrukken en af te persen voor hun grondstoffen, mineralen en goedkope arbeidskracht. Hierdoor raakt de wereld onderverdeelt in een imperialistische centra en haar periferie. Ze schept een imperium voor zichzelf door werkende mensen en de wereld te beroven van haar middelen van bestaan en verrijkt zichzelf door zweet, bloed, grondstoffen en mineralen om te zetten in geld. Haar voornaamste doel is om dat geld constant te blijven vermenigvuldigen als een soort Sisyfusarbeid. Zij is degene die werkende mensen de dood in drijft voor oorlog om grondstoffen, afzetmarkten en daarmee volkeren uitmoordt vanwege haar onverzadigbare dorst voor winst. Om deze ellende in de wereld en haar eigen heerschappij te vereeuwigen gebruikt ze racisme om werkende mensen te versplinteren, tegen elkaar op te zetten en om daarmee de onderdrukking van minderheden en gehele naties te legitimeren.
Door de plundering van andere natiestaten beschikt het financierskapitaal vele malen meer vermogen dan ze zou hebben gehad als ze enkel de werkers in de onderneming van eigen land had afgeperst. Door deze kolossale financiële middelen heeft ze tegenwoordig de mogelijkheid om het verdedigingsapparaat van de werkende klassen om te kopen, de vakbonden. Hierdoor ontstaan er arbeidersaristocraten, baantjesjagers en opportunisten aan de bestuurstop van iedere centrale vakbond en van de dominante arbeiderspartijen. Deze groepen zullen de werkende klassen proberen te misleiden met gematigde politiek en houden impliciet, en soms zelfs expliciet, het Nederlandse nationalisme, oftewel het imperialisme hoog. De enige keuze die ze het proletariaat biedt is dat tussen slavernij of een zachtere vorm daarvan. Ze vertegenwoordigen niet de belangen van de werkende klassen, en al helemaal niet dat van nationaal onderdrukten, maar eerder de belangen van het financierskapitaal en de verzoening ervan met het imperialisme.
Deze versplinterde massa van werkers en nationaal onderdrukten moeten hun krachten samenbundelen als één massale kracht om hun gezamenlijk vijand, het financierskapitaal, de rest van de burgerij en de arbeidersaristrocraten tegen te gaan. Op geen enkele voorwaarde zullen de werkers het nationalisme van haar eigen burgerij hooghouden en zichzelf daarmee versplinteren, maar eerder hun klassenbelang hooghouden voor de bevrijding van het kapitaal voor een consequente democratie. Het autonomie van nationale minderheden moet worden erkend en hun onderdrukking in welke vorm dan ook zal moeten worden bestreden. Zonder deze erkenning is elke vorm van samenwerking uitgesloten. Tegelijkertijd moeten nationale minderheden zichzelf niet vijandig opstellen voor de oorzaak van het proletariaat, maar deze omarmen omdat ze met deze samenwerking hun eigen onderdrukking ten einde kunnen brengen.
Ook delen van de kleinburgerij en het lompenproletariaat worden geraakt door nationale onderdrukking in de vorm van politiegeweld, in het rechterlijke systeem, in onderwijs enz. Er is een mogelijkheid dat deze twee klassen zichzelf samenvoegen tot het proletariaat, aangezien het financierskapitaal ook hun onderdrukt. De kleine ondernemer die het niet op heeft kunnen nemen tegen de monopolist en haar zaak heeft verloren, in economische ruïne terecht is gekomen, of als docent of hoopopgeleide onder enorme werkdruk zit of haar baan heeft verloren, verschaffen het proletariaat steeds meer leden en potentiële bondgenoten. Het lompenproletariaat die de gevangenis in en uit wordt gevoerd, constant onder de toezicht van de staat leeft en de economische ellende waarin ze zich begeeft maakt ook haar een strijdbare bondgenoot van het proletariaat. Delen van beide klassen worden nationaal onderdrukt en hebben er belang bij om hiertegen te vechten, maar zullen daarvoor hun eigen positie moeten opgeven om op basis van proletarische principes de strijd te voeren. De kleinburgerij is een aarzelende klasse die eens “links” en dan “rechts” staat, en het lompenproletariaat kan een destructieve kracht zijn dat ook heen en weer wordt geslingerd door de arbeidersbeweging. Daarom is het noodzakelijk dat delen van deze klassen onder hoede van het proletariaat worden gebracht om ze niet te verliezen tot de zijde van de heersende klasse. Als ze zich omvormen en aansluiten tot het proletariaat kunnen ze bekwame en strijdbare bondgenoten bieden en de machtsverhoudingen doen kantelen.
De burgerij steekt haar hoofd steeds verder naar boven door zichzelf over de rug van het proletariaat en gehele naties te verrijken, en drukt de wereld steeds verder naar beneden in armoede en wanhoop. Maar hiermee schept ze tegelijkertijd haar eigen doodgravers. De onderdrukking van werkers, nationale minderheden en gehele naties wekt tegelijkertijd hun verzet op, waardoor omgekeerd deze groepen zichzelf moeten verenigen als één massa om het financierskapitaal te vernietigen.
Werkers en onderdrukte volkeren van alle landen, verenig je!
We hebben niks te verliezen behalve onze ketenen!
We hebben een wereld te winnen!